Het begijnhof van Tienen werd tijdens de 13e eeuw opgericht. Tijdens de 17e eeuw werd het drastisch aangepast. Tijdens de hoogtijdagen van dit begijnhof waren er ongeveer 250 begijnen.

Na de Franse Revolutie, in 1798, werd het afgeschaft, en in 1844 werden de resten aangekocht door de Dominicanen, die het tot een klooster omvormden.

Op 15 augustus 1944 werden het klooster, met zowat alle 16e en 17e eeuwse huisjes platgegooid bij een luchtbombardement. De vroeggotische kerk uit de 13e en 14e eeuw, die de oudste begijnhofkerk van België was, brandde af in september 1976. Daarvan rest nu alleen nog een ruïne, waarvan de westgevel en het koor de opvallendste elementen zijn. De spitsboogvensters hebben nog hun maaswerk.


Greet Jacobs: 'Ik heb de brand van 1976 van kortbij meegemaakt. Ik woonde er recht over en durfde niet maar huis.Overal stonds er brandweer en hulpdiensten. Het was door dakwerken dat de kerk is afgebrand. Maar wat ik mij het best herinner is Broeder Felix. Hij was de bekenste broeder die instond voor het onderhoud,boodschappen enz. Al de andere broeders gingen uit werken. Er was een aalmoezenier bij het leger en de rest gaf godsdiestles. Het was een mooie tijd. Maar ja brand kan veel verwoesten. Nu is er inderdaad een ruine die slecht onden houden wordt.'

Français
English