| Laat mij deze tekst starten met een OPROEP: de huidige eigenaar van dit 
kasteel, de familie Sleurs, wil graag zoveel mogelijk te weten komen over 
dit kasteel. Indien je over meer gegevens beschikt, klik dan op 'Ik weet meer' 
onderaan, 
en laat ons weten wat je weet. Wij zorgen ervoor dat de info ook bij hen terecht komt!!
 De geschiedenis van deze waterburcht gaat terug tot diep in de 
Middeleeuwen. 
Arould en Otbert van Ordingen werden reeds vermeld tussen 1040 en 1075. 
 Bij verscheidene oorlogen werd veel schade aangericht, en minstens tot vier maal toe 
moest het geheel helemaal heropgebouwd worden. 
 In 1611 werd de waterburcht van de heren van Ordingen aangekocht door de 
landcommanderij van Alden Biesen en in 1633 omgebouwd tot een 
nederzetting 
van de 'Ordebroeders'.
 Het poortgebouw, met het wachthuis van de voorburcht, zou 
nog 
uit die periode stammen. De commandeurswoning dateert uit 1740. 
 Ook de westelijke hoektoren, die nu alleen staat, dateert 
uit 
die periode. Dit was de duiventoren. Men heeft daar, bij de 
huidige renovatiewerken dan ook een dikke laag duivestront (ongeveer 1 meter) 
weggehaald.  
Je kan nog steeds de gaten in de muur zien, waarlangs de duiven naar binnen vlogen. 
Deze 
toren is voorzien van schietgaten. De bovenste schietgaten 
werden 
door de Duitse bezetter nogal gruwelijk verminkt 
(oorlogsschade), 
toen zij één en ander 'aanpasten' om hun moderne machinegeweren te installeren.
 In 1790 (Franse Revolutie) kocht Charles Lambert Balthazar de Pitteurs Higaerts het 
kasteel.  Deze was een pionier in de suikerindustrie, en in 1837 was er dan ook een 
suikerfabriek naast het kasteel gevestigd.  Zijn zoon, Leon de Pitteurs, had vooral 
interesse in kunst en geschiedenis.  Hij liet het kasteel herbouwen volgens de 
neorenaissanceplannen van J.Schadde.  In 1903 werden de 
bouwwerken beëindigd met Saintenoy als architect (dat was een leerling 
van 
Schadde).  Het gebouw had een U-vormig grondplan. 
Minder zichtbaar, maar wel opmerkelijk : qua technische inrichting was dit 
neorenaissancegebouw, met de vele torentjes, de 
speklagen en kruiskozijnen, zijn tijd 
ver 
vooruit.  Zo was er boven in de toren een grote, metalen kuip, waarin de bedienden 
water 
goten.  Een watertoren avant la lettre. In de 
kelders stond een verwarmingsketel.  Dit was een grote oven. 
Afhankelijk van de windrichting werden allerlei luchtkanalen in de grond geopend, zodat 
de 
nodige tocht naar deze oven werd geleid.  Via een stel van andere kraantjes werd dan de 
vloerverwarming geregeld. 
 Ook het interieur was prachtig verzorgd.  Daarvan is nog één originele schoorsteen 
over, en nog één binnendeur met prachtige versierde 
deurstijlen.  
De trapzaal is eveneens een juweeltje.  Hier en daar zie je ook 
prachtig versierd stucwerk.  De 
bovenlichten boven de hoofdingangen zijn met 
smeedwerk in pauwstaartmotieven versierd.
 Enorme sommen geld werden gespendeerd aan de inrichting van het interieur met 
originele, Vlaamse kunst.
 De erfgenamen van Leon de Pitteurs behielden het kasteel in de vorm waarin hij het 
bij 
zijn dood (1903?) had achtergelaten tot in 1940 een Duits bombardement veel schade 
aanrichtte (één van de vleugels werd kompleet weggeveegd).
 Er zijn geschriften bekend waarin Antoine de Pitteurs zijn beklag deed over de 
schade 
die de hier gelogeerde Duitse soldaten aan het kasteel (vooral het interieur) hadden 
aangericht.  Zo was er een grote hoeveelheid sterke drank aanwezig, die soldaat gemaakt 
werd.  De invloed van de alcohol op de soldaten deed dan de rest... zodat de inboedel 
kort 
en klein geslagen werd.
 Toen verloor Antoine de Pitteurs zijn interesse in ons land.  In 1960 verhuisde hij 
naar Teneriffe, en verkocht het kasteel.  Het kostbare interieur, waaronder alle 
schoorsteenmantels (op één na), werd verkocht, en verdween over 
de 
hele wereld.  De gronden rond het kasteel werden verkaveld en verkocht...
Ondertussen gebeurden er ondoordachte aanpassingen voor meer modern comfort.  Zo werd 
een 
gat in de muur gekapt voor de afvoer van de WC, die dan open eindigde aan de 
buitengevel 
(met alle gevolgen vandien).  Gaten in het dak werden niet meer hersteld, de balken 
begonnen te rotten in de muren.  Rond het kasteel was de 
slotgracht dichtgegooid (met daarin vaak stukken bouwmateriaal 
van 
het kasteel in één van zijn vroegere versies), en daarop teelde de wildernis weelderig.  
Ondertussen werd de slotgracht gedeeltelijk terug vrij gemaakt.
 In 1997 werd het kasteel aangekocht door Richard Sleurs, die sindsdien bezig is met 
een 
grondige renovatie.  Eén van de eerste werken was het herstellen van het dak (het 
open gebinte is nog gedeeltelijk origineel) en het stabiliseren 
van de wegzakkende toren (je kan goed zien dat die schuin staat).  Het is zijn 
bedoeling 
om er, na een restauratie in een zo oorspronkelijk mogelijke staat, een hotel met 
ruimte 
voor congressen in te richten. 
 Het is duidelijk, dat Richard Sleurs moeite noch kosten spaart om de renovatie 
succesvol te laten verlopen.  Een typisch voorbeeld hiervan is de 
natuurstenen vloer van de inrijpoort van het poortgebouw.  De stenen van 
deze vloer zijn van Belgische oorsprong.  Maar na in ons land dienst te hebben gedaan 
als 
vloer, werd hij afgebroken en als ballast stenen meegevoerd door een schip naar China.  
Daar kwam Richard Sleurs deze stenen op het spoor, en met veel kosten kwam ze terug 
hier.  
Een originele poort ligt nu op de werf ter herstelling.  Het resultaat zal een mengsel 
zijn van originele stukken van het kasteel, en vervangingen.  Zo is de 
obelisk, die nu noordkant bekroont, een geschenk.  De grote 
oranjerie is zeer goed geïsoleerd.  Het glas daarvan is verwarmd.
 Met dank, aan Eddy Gerinckx en Richard Sleurs, voor de uitnodiging en de 
rondleiding, 
en verder o.a. Willem Driesen van de Remacluskring van Zepperen.
Proficiat met uw fantastisch initiatief. Familie Roos - Versmissen Hoogstraten 
 Steve Jacobs: 'Saintenoy in de tekst :1903 beëindigd door Saintenoy : Het betreft 
hier Paul Saintenoy - zoon van Gustave Saintenoy overleden in 1892'
 Luc Vandersteegen: 'Mijn overgrootnonkel Arthur Knapen was Rentmeester op het 
Kasteel van Ordingen, hij stierf in 1941, hij was eveneens onderwijzer en Secretaris in 
Ordingen. Hij woonde samen met zijn stiefzuster, Lucie (Lucieke) Vanbergen, langs de 
kerk van Ordingen. Bij hem thuis werd elke zondag gekaart met de Pastoor, de Notaris en 
de Baron. Mogelijk bezit ik nog meubelen die ooit in het Kasteel gestaan hebben, die na 
een brand bij mijn Overgrootnonkel terecht zijn gekomen en die ik later erfde van mijn 
moeder Denise Knapen die na de dood van mijn Nonkel Secretaris werd tijdens de oorlog.
Toen wij klein waren kwamen wij veel op het Kasteel bij Odille, zij woonde samen met 
haar man op het kasteel langs de inkomstbrug.' janice Pitteurs: 'Het is prachtig !'
 Emilia  Baert : 'Wij zijn toevallig 
tijdens een bloesemtocht met de fiets langs  gekomen.
wat mij zeer heeft verwonderd dat er allemaal kavels rond het kasteel waren .
Uiteindelijk hebben we de ingang van het Kasteel gevonden.
thuis gekomen liet het voorval mij niet los en ben ik hier terecht gekomen.
het heeft me geweldig ontroerd dat mensen zoals u die de middelen hebben om 
zoiets aan te pakken dit  ook doen.Proficiat.
.
proficiat en vrie' 
 Français
 English
 
 
 
    
 
 |