Deze kerk draagt een interessante legende:
Legende:
In de vroege middeleeuwen kwam de bisschop van Tongeren (de latere Sint-Materné) de streek kerstenen. Zo kwam hij terecht in het dorpje Walcourt. Nadat hij de dorpelingen bekeerd had, bouwde hij een kerk op een heuveltop, waarin hij een zelfgemaakt houten Mariabeeldje onderbracht. Toen tijdens het begin van de 13e eeuw een hevige brand de collegiale kerk teisterde, ontsnapte het beeldje al vliegend boven de vlammen, onder het oog van de radeloze dorpelingen die hun kerk in vlammen zagen opgaan. Het beeldje zette zich neer onder een boom. De mensen uit de buurt slaagden er niet in om het beeldje te verplaatsen. Ten einde raad riepen ze de hulp in van hun heer, Hertog Thiéry van Rochefort. Toen die de boom naderde, weigerde zijn paard tot driemaal toe bij de boom te komen. De Hertog steeg af, en ging te voet tot bij het onverzettelijke beeldje. Hij beloofde om in de vallei een abdij te stichten, en om de kerk terug op te bouwen. Tot grote verbazing van de omstaanders wierp het beeldje zich in de armen van de Hertog.
Deze gebeurtenis wordt herdacht tijdens de processie van Walcourt. Daarbij wordt het mirakelbeeldje, dat volgens de koolstofmethode gedateerd wordt tussen 957 en 1020, mee rondgedragen. De linkerhelft van dit beeldje is trouwens zwart geworden, wat bewijst dat het inderdaad met vuur in aanraking geweest is.
Architectuur
Deze gotische kerk werd begonnen tussen 1225 en 1250. Tijdens de 16e eeuw werden aanpassingen gedaan. Tussen 1852 en 1902 volgde een grondige restauratie o.l.v. P.Langerock.
Aan de buitenkant valt het evenwichtige karakter op van deze kerk.
Het meest opvallende element is de torenspits, met zijn peervormige bekroning. Voor een brand in 1615 had de kerk een gewone torenspits. In 1621 kreeg de kerk een peerspits die in 1914 afbrandde. De huidige torenspits is een exacte kopij van de spits uit 1621.
De toren zelf heeft nog duidelijk romaanse eigenschappen: zo zijn er rondboogvensters met deelzuiltjes.
Het schip en het koor worden ondersteund en geritmeerd door steunberen, die overeind worden gehouden via luchtbogen, en die bekroond worden door met hogels bezette pinakels. Deze dragen bovenaan een kruisbloem. De muren van het schip en het transept eindigen op een openwerkte borstwering. De openingen in deze borstwering hebben drielobtraceringen. Het regenwater wordt afgevoerd via waterspuwers. Op de kruising tussen het schip en het transept bevindt zich een rank vieringtorentje of dakruiter.
Het hoofdportaal bevindt zich in de eerste noordelijke travee. De geveltop van dit portaal is bekroond met een kruisbloem, en de schuin aflopende wanden dragen hogels. In de geveltop zitten 3 beeldnissen, die beelden bevatten die de 'Kroning van Onze-Lieve-Vrouw' uitbeelden, met aan elke kant een bewonderaar.
Wat binnen het meest opvalt is het doksaal, dat het koor van de rest van kerk afsluit, en naar Karel V genoemd is. Dit doksaal uit witte steen werd in 1531 gemaakt, en is buitengewoon rijkelijk gedecoreerd. Het doksaal bevindt zich in feite in de viering, die door een eenvoudig stergewelf overspannen is.
Boven (eigenlijk achter) het doksaal hangt het triomfkruis aan de triomfboog.
Verderop in het koor zie je polychromie aan de kruisribgewelven die het koor overspannen. In de laatste rechte travee van het koor is deze polychromie aangevuld door een plafondschildering van een Onze-Lieve-Vrouw. Je kan via een kooromgang rond het koor wandelen. Het hoofdaltaar in het koor is ook rijkelijk versierd. Wij denken dat het koorgestoelte nog origineel gotisch is, en je mag daar als bezoeker natuurlijk niet op gaan zitten.
Aan een muur hangen de krukken van de pelgrims, die door het mirakelbeeldje genezen werden.
De kerk herbergt 2 doopvonten. Wij vermoeden dat één van beide romaans is.
De preekstoel werd kunstig in steen gebeeldhouwd.
De kerk bevat verder nog interessante biechtstoelen, beelden (waaronder het ongeveer 1000 jaar oude Mariabeeldje), gebrandschilderde ramen, ...
Voor meer informatie (enkel franstalig) zie Notre Dame de Walcourt
Français English
|