Het gotische, 83 meter hoge belfort en de
hallen vormen samen hèt praalgebouw van Brugge. Dat deden zij ook al in vroegere
eeuwen toen Brugge nog een grote handelsstad was. In die tijd deden de Hallen dienst als
opslagruimte voor de scheepsladingen. Het belfort was een teken van de macht en de rijkdom
van de stad. 's Nachts is de verlichte toren van ver zichtbaar.

Origineel betrof het een houten gebouw, waarvan rond 1241 de voorbouw werd vervangen door
een stenen voorbouw. Oorspronkelijk waren er op de vleugels waarschijnlijk houten
hoektorens, wellicht afgebrand in 1280 (en daarna niet meer hersteld). Deze
brand was er wel de oorzaak van dat de schepenen een nieuwe vergaderplaats moesten zoeken,
wat de aanleiding was om een stadhuis te bouwen.

Met het blote oog is dit bijna niet te zien, maar de toren staat scheef. Omdat de onderste
verdieping verzakt was (wellicht het gevolg van het dempen van de Reie ten zuiden van het
gebouw), werd dit gecompenseerd door de daarop staande verdieping in de andere richting
schuin te bouwen. De eerste torengeleding eindigt op een rondgang achter een
uitkragende borstwering, met onderaan een
spitsboogfries. De inspringende verdieping daarboven, die voor meer dan een
eeuw de bovenverdieping was, bevatte de klokken achter
galmgaten, die in hoge spitsboogopeningen gebouwd zijn. Deze
geleding wordt door arkeltorentjes bekroond, die een pinakel
dragen. De natuurstenen, 8-hoekige bovenbouw van 1482-1486 werd op zijn
beurt wat in de andere richting gebouwd, zodat de toren eigenlijk een klein beetje zigzag
staat. Metingen geven aan dat de toren 83 cm uit het lood staat in zuid-oostelijke
richting. Het bovenste gedeelte wordt gesteund door kleine luchtbogen. Op
deze toren stond lang nog een houten torenspits, maar nadat die in 1741 voor
de tweede maal afbrandde, werd deze niet meer herbouwd. De opengewerkte
borstwering tussen de pinakels werd toegevoegd in 1822. Ook bovenaan draagt de toren een
opgewerkte borstwering, met pinakels op de hoeken.

Wie er 366 treden voor overheeft om de 83 meter hoge toren te beklimmen wacht een
adembenemend uitzicht. Bij helder weer kunt u vanaf de toren zelfs de zee zien liggen, en
indien er geen mist is, zie je krijg je minstens een fraai
stadszicht.

Op de tweede verdieping van het Belfort bevindt zich de voormalige middeleeuwse schatkamer
en helemaal boven werd de Brugse beiaard geplaatst met 47
klokken die samen zo'n 27 ton wegen. Het aandrijfmechanisme van de
beiaard bestaat o.a. uit een 9 ton wegende koperen trommel met
30.500 gaatjes. De melodietjes die daarop geprogrammeerd staan, worden tweejaarlijks met
Pasen aangepast. De openingen tussen de galmbladen in de galmgaten
werden met draad afgedicht, om de duiven buiten te houden (wegens de schade die door hun
uitwerpselen veroorzaakt wordt).

In de voorgevel, boven de poort met een tudorboog en het
'balkon der Hallegeboden', zit een nis uit de
Renaissance met een Mariabeeld door Lanceloot
Blondeel. Het jaartal 1619 duidt op een belangrijke herstelling. De voorgevel zelf
heeft spitsboogvensters met maaswerk. De rechthoekige vensters
daarboven dateren uit 1561-1564. De gekanteelde gevel wordt
geaccentueerd door de arkeltorentjes op de hoeken.

Achteraan werd in 1561-1564 een galerij toegevoegd. Ook op de
rechthoekige binnenplaats werden op de eerste verdieping galerijen
toegevoegd in dezelfde periode.

In het interieur van de hallen valt het open dakgebinte op.

Voor meer info over de geschiedenis van deze stad, bezoek
www.bruheim.net/brugge.

Louise De Weerdt: 'Ik vind het leuk omdat er veel trappen zijn en het is al heel oud dus vind ik dat het moet blijven staan en het is ook leuk omdat het oud is en het is mooi!!'

Français
English