Episode 8

HET RWANDA-SCENARIO ?

Niets is zo zalig als op een zaterdagmorgen om 05.00 Hr wakker te worden in een slaapzak op het natte gras.
Toen ik opkeek zag ik dat ik omringd was door 'mijn' studenten. Ze vroegen hoe de situatie was. Ik vertelde hen dat ik dacht dat de oorlog afgelopen was en raadde hen aan naar huis terug te keren, wanneer tegen de middag nog geen schoten zouden gehoord zijn.
Rond 06.30 Hr ging ik naar het hoofdkwartier, zette koffie en begon de e-mails van MJLOC te lezen, kwestie van op dat gebied toch ook op de hoogte te blijven. Plots stormde de Duty-Officer buiten zijn lokaal. "Quick, quick, somebody who speaks French!" Ze hadden een noodoproep gekregen van iemand uit het Team KALEHE, maar hadden niet kunnen verstaan wat hij riep, want het was is het Frans geweest. Ik probeerde tevergeefs contact te maken, maar hij antwoorde niet meer. Een dame kwam in alle staten het lokaal binnenlopen en riep:"Ik heb boven meegeluisterd. Hij riep 'je vais mourrir', that means 'I will die'!". Ik bleef KALEHE verder oproepen en kreeg tenslotte contact met een ander lid van het team. Hij zei dat er op hen geschoten was en dat één jeep geraakt was.
In de loop van de dag werd stilaan duidelijk wat er gebeurd was.
De avond voordien had het team, bestaande uit drie leden (twee mannen en één vrouw) en beschikkend over twee jeeps, de toelating gevraagd om hun teamsite te mogen evacueren omdat ze zich niet meer veilig voelden. Ze hadden die toestemming gekregen, hadden dan ook zoveel mogelijk materiaal ingepakt en waren rond 07.00 Hr vertrokken. Bij het passeren van een Mai-Mai checkpoint waren ze echter, om onduidelijke redenen, beschoten geworden, waarbij één MilObs gedood werd en zijn vrouwelijke begeleider uit de jeep gesprongen was en zich verborgen had in het struikgewas. De tweede jeep had kunnen ontsnappen en was teruggekeerd naar de teamsite, van waaruit hij onze oproepen beantwoordde.
Een uurtje later werden de twee overlevenden per helikopter geëvacueerd.

Toen Kol Jobbins in zijn bureel aankwam, bombardeerde hij mij tot zijn chauffeur en ADC. De ganse voormiddag hielden we ons bezig met het evacueren en begeleiden van Buniamulenge families uit het centrum van Bukavu naar de Congolees-Rwandese grens. MONUC had een bufferzone tussen de strijdende partijen opgericht en doordat ze zich in het gedeelte van Bukavu bevonden dat door de reguliere troepen bezet werd, voelden ze zich absoluut niet meer veilig (en terecht, gezien de rebellen grotendeels Buniamulenge waren en ze dus wel degelijk wraakakties van zowel de Congolese soldaten als van de burgers konden verwachten) en Rwanda wilde hen als vluchtelingen opnemen.
Tijdens één van die ritten kwamen we Generaal ISBERG, de commandant van de KIVU-Brigade, tegen, die tegen Paul zei dat hij de rebellen had willen ontwapenen, maar dat hij de toelating daarvoor niet gekregen had. "Political decision!", riep hij. Hij mocht enkel diegenen die zich in de bufferzone bevonden (waaronder ook Kol Mutebutsi) terugdrijven naar hun gedeelte van Bukavu mét behoud van al hun wapentuig, wat Paul de terechte commentaar ontlokte: "You start a rebellion, there are 25 dead and You just get away with it. Like nothing has happened!"

Rond de middag ging ik even naar de Welfare Club. Daar was het zo stilaan aan het leeglopen en iedereen probeerde transport te versieren om eerst naar huis en dan buiten Congo te geraken. Onze Belgische kandidaat-minister was ook al vertrokken en de studenten kwamen afscheid nemen. Ze bedankten me en zeiden dat ze de adjunct-ambassadeur gevraagd hadden om mij een bedankingsbriefje te schrijven want 'ik was de enige die iets voor hen gedaan had'.
Ik ben eens benieuwd.
Ondertussen heb ik wel nog niets gezien, maar heeft Chuck wél een bedankingsbrief van de Amerikaanse ambassade gekregen voor zijn 'heldhaftig gedrag' in het Orchid-hotel.

ADC van de Chief of Staff zijn heeft zo wél zijn voordelen, want ik mocht in de namiddag mee aanzitten in een meeting van de Head of Office (Mr SOW, de diplomatieke baas van MONUC-Bukavu) met generaal MABE. Daar kwam ik ook te weten dat de Comd van 8 RM, een zekere generaal NKUNDA, vanuit GOMA, een stadje op ongeveer 120 Km ten noorden van Bukavu, met zijn troepen in de richting van Bukavu aan het komen was. Generaal NKUNDA is ook een oud-RDC-er én een échte Tutsi en het had er dus alle schijn naar dat hij zijn vriendje Mutebutsi ter hulp aan het snellen was.
Ondertussen was het in Bukavu echter nog kalm en kon ik 's avonds mijn kamer recupereren. Het énige wat ontbrak was mijn matras en deken (ik veronderstel dat deze in het grote Congo verdwenen zijn), maar ik kon gelukkig ergens een éénpersoonsmatras op de kop tikken.

Zondag 30 Mei startte zonnig en kalm. Ik besloot dan ook een een wandeltochtje door Bukavu te maken. De winkels waren dicht en het was niet echt duidelijk of dit te maken had met het feit dat het zondag was of met de gespannen toestand. Ik zag dat langs de ene kant van de bufferzone de Uruguaianen bezig waren een versterkt checkpoint in te richten en een kleine kilometer verder in de richting van de stad deden de Zuid-Afrikanen hetzelfde langs hun zijde van de bufferzone.

Rond vier uur zag ik Igor en hij vroeg me mee te gaan op een 'wapenzoektocht' in het Buniamulenge-gebied. Een Congolees die werkte voor MONUC had verteld dat hij wist 'van horen zeggen' dat er daar wapens verborgen waren. We vertrokken in een jeep met op de achterbank DRIE Congolezen (want alléén durfte hij het gebied niet binnengaan en we namen dus maar twee vriendjes mee), gevolgd door twee secties Zuid-Afrikanen in hun Caspers. De 'verbergplaats' bleek een terrein te zijn met de fundamenten van een huis. De zoektocht leverde niets op, maar tijdens het zoeken verzamelden zich steeds meer geagiteerde Buniamulenge rond de jeep en de Zuid-Afrikanen. Ze beschuldigden ons ervan dat we zonder toelating een privé-terrein betreden hadden (wat waar was, maar niet echt een drama, want iedereen liep erover) én dat de Congolezen op de achterbank soldaten van het leger waren (wat NIET waar was, maar maak ze dát maar eens wijs wanneer ze het niet WILLEN geloven). De gemoederen geraakten stilaan verhit en de situatie werd zéér ongemakkelijk. Een aantal van hen deed teken dat ze onze keel wel eens onder handen zouden nemen en ook de ondertussen aangekomen Kolonel Eric, één van de adjuncten van Mutebutsi, goot nog een beetje olie op het vuur en besliste dat ze hun wapens, die ze op bevel van MONUC hadden moeten opbergen in containers, weer zouden opnemen.
Ik had de indruk dat het 'incident' zwaar opgepompt werd en dat ze het enkel gebruikten als alibi om zich opnieuw te kunnen bewapenen. Daar waar ze de dag voordien nog rondliepen als geslagen honden (en gemakkelijk hadden kunnen ontwapend worden), hadden ze nu duidelijk opnieuw moed geput uit de geruchten dat generaal NKUNDA ondertussen genaderd was tot KALEGE, op zo'n 80 Km van Bukavu.
We moesten met de staart tussen de benen afdruipen en lieten het over aan de Uruguaianen, die permanent patrouille liepen in het gebied, om de gemoederen tot rust te laten komen…

Het werd een korte nacht.
Om 02.00 Hr werd ik gewekt door Paul en Roman en gevraagd om de kolonne te organiseren voor de evacuatie van het hoofdkwartier. Paul had een geheimzinnig telefoontje gekregen waarin gedreigd werd het hoofdkwartier aan te vallen en MONUC-personeel te vermoorden. Hij nam het dreigement ernstig en vreesde een Rwanda-scenario: zoveel mogelijk MONUC-personeel doden, zodat MONUC gedwongen werd om te vertrekken en dan konden ze de zaakjes onder elkaar regelen. Dat scenario was in 1994 gelukt in Rwanda, dus waarom het niet nóg eens, maar nu in Congo, proberen…
Terwijl zowel het burgerpersoneel binnenliep als de MilObs, inventariseerde ik de beschikbare voertuigen, werden de voertuigen in vertrekrichting geplaatst, werden chauffeurs aangeduid en werd een briefing georganiseerd over de 'escape-route'. De reis zou via de grenspost RUZIZI-I naar KIGALI (Rwanda) lopen en dan van daaruit, per vliegtuig, naar ENTEBBE.
En toen begon het lange wachten op de GO…
Om 06.00 Hr werd het alarm afgeblazen.
Mr SOW had kunnen contact krijgen met generaal NKUNDA en deze had beloofd dat hij noch MONUC, noch Bukavu zou aanvallen en om 07.00 Hr vertelde Paul dat Mr SWING een invasie van Rwandese troepen had kunnen afwenden en hen er had van kunnen overtuigen dat er in Bukavu GEEN genocide tegen de Buniamulenge bevolking bezig was.

Iedereen werd weer huiswaarts gestuurd, het burgerpersoneel kreeg tot de middag vrij, de kalmte keerde terug op het hoofdkwartier en… er was niets te doen.


Episode 9

Home

Boek kopen? Surf naar © 2006 Free Musketeers!