Episode 6

DE EERSTE UITSTAP!

Van Bukavu aan de zuidpunt van het Kivu-meer naar Uvira aan de noordzijde van het Tanganika-meer.
Een trip van een dikke vier uur, te beginnen aan de Congolees-Rwandese grenspost RUZIZI-II in Bukavu, dan vijftig kilometer door Rwanda om in KAMANIOLA weer Congo binnen te duiken en tenslotte zeventig kilometer langs een wonderbaarlijk goede weg tot Uvira.
In Kamaniola en Uvira zou ik een waarnemersteam bezoeken en daarnaast had ik enerzijds van baas Ali de opdracht gekregen in het kamp van de Uruguaiaanse Compagnie eens rond te kijken hoe de infrastructuurwerken vorderden en anderzijds had Igor me gevraagd eens uit te pluizen waarom er zo weinig uitgewerkte rapporten van Team Uvira kwamen.

De reis van onze kolonne, bestaande uit vier zwaarbeladen camions, verliep vlot en de chauffeurs kenden de weg (niet écht moeilijk, want er is maar één weg).
In Kamaniola was het team juist aan het eten en moest ik, spijtig genoeg, hun aanbod afslaan om een spagettietje mee te draaien, want de plicht in Uvira riep.

In Uvira deed ik eerst een rondgang in het Uruguaiaanse Kamp en daarna in het apart gelegen civiele gedeelte van MONUC-UVIRA. Het was onmiddellijk overduidelijk wie besliste over de bestemming van het UNO-geld. Daar waar de Uruguaianen geen enkel bureel hadden, het moesten stellen met vijf WC-s en vijf douches voor ongeveer 130 man, onder een tentzeil moesten koken en eten en het geheel van het kamp één stofferige boel was, bleek het burgelijke gedeelte wél pico-bello in orde: burelen met airconditioning, drie WC-s en een douche voor de maximum tien man die er (enkel tijdens de diensturen) zouden verblijven en een terrein, volledig met grint overgoten en met hier en daar zelfs een klein plantsoentje.
Duidelijk een geval van éérst oompje en dan de Uruguaianen.
Maar ja, dat zijn tenslotte 'maar' soldaten.

Het Uvira-team betrok een ruim huis met zes slaapkamers aan de andere kant van de stad. Het team bestond slechts uit drie leden, daar waar er zes voorzien waren, maar de rest was in verlof of niet bestaande.
En die drie deden er duidelijk niet teveel aan dood.
Toen ik er rond vier uur binnendook, kwam er juist eentje met slaapogen uit een kamer gestrompeld. "Nachtpatrouille gedaan?". Neen, ze deden geen nachtpatrouilles.
Ha, waarom niet?
Daar had ik iets gevraagd. Ik kreeg een hele litanie in mijn nek geklopt: ze konden (bijna) geen patrouilles doen, zelfs niet overdag, want ze moesten teveel bezoekers begeleiden, ze hadden wel officieel twee jeeps, maar voor elk onderhoud/panne moesten ze naar Bukavu komen en daardoor verloren ze veel tijd, enzovoort, enzovoort…Ze vertelden er enkel niet bij dat ze ook vergeten waren om voldoende motivatie en inzet te bestellen.
Toen de teamleader mij terugvoerde naar het Uruguaiaanse kamp, stonden er, buiten de poort van het teamhuis, drie juffrouwtjes naar de jeep te zwaaien. En het was duidelijk NIET naar mij…

Majoor MORAES, de Uruguaiaanse CieComd, was allervriendelijkst en ik mocht met hen meeëten en daar ook overnachten, maar hij had geen (veld)bed vrij, want dat was persoonlijk door iedereen meegebracht. Hij raadde mij dan ook aan te overnachten bij het Uvira-team dat, gezien er maar drie van de zes leden aanwezig waren, zeker bedden op overschot moest hebben.
Uit een telefoontje naar de teamleader bleek dat zij "écht, sorry, spijtig genoeg", ABSOLUUT niet in de mogelijkheid waren om mij onderdak te bieden…

Het werd dus een harde, lange nacht in een immens grote, lege tent.
Want die waren er wel op overschot.

's Anderendaags, op de terugweg van Uvira naar Kamaniola, vielen me regelmatig gewapende groepjes op, langs de kant van de weg. Soms waren ze in 'burger' gekleed, soms hadden ze één of ander militair uitrustingsstuk aan, maar ze zagen er in géén geval uit als geregelde troepen. Op mijn vraag zei mijn chauffeur dat het 'Mai-Mai'-strijders waren. In feite een soort 'burgerwacht', bestaande uit jonge gasten die hun eigen dorp beschermen tegen vanalles en iedereen. Daar waar een paar dorpen zich verenigd hebben, staat er dan natuurlijk een 'kolonel' of 'generaal' (ze kijken niet op een sterreke meer of minder) aan het hoofd van zo'n bende ongeregeld, maar het zijn wél gevaarlijke sujetten, want ze zijn hypergemotiveerd omdat pa en ma meekijken op hun heldendaden. Het Swahili-woord 'Mai' betekent 'water' en ze noemen zichzelf 'Mai-Mai' omdat ze denken/geloven/beweren dat kogels op hen afschampen zoals water van een eend.
Nu, dát zou ik nog wel eens willen zien.


Episode 7

Home

Boek kopen? Surf naar © 2006 Free Musketeers!