Decoratieve en expressieve bouwstijl die de architectuur (woningbouw, openbare gebouwen) beheerste rond Amsterdam tussen 1910 en het einde van de jaren twintig.
Men gaf een plastische vormgeving voor de vlakken. De muur was niet alleen meer een muur, hij werd een element van de decoratie. en daaraan wordt hij aangepast. Zij maakten veelvuldig gebruik van golvende baksteen, gebeeldhoude ornamenten, parabool- en trapeziumvormen. Ook geliefd was siermetselwerk. Daken en hoeken werden veelal steil uitgevoerd soms aangevuld met torentjes.
De vormgeving primeerde op het functionele. Vandaar dat zij voor landhuizen graag gebruik maakten van riet en plastisch gemodelleerde daken. |