Een spouwmuur is in principe een gemetste constructie bestaande uit twee muren. Een dragende binnenmuur en een halfsteense buitenmuur. Tussen deze twee lagen wordt een luchtlaag of spouw gelaten waardoor de binnenmuur beschermd blijft tegen het vocht. De luchtlaag bevordert eveneens de isolerende werking van de muur. Omdat je bij vochtige lucht een goede geleiding krijgt en je dus toch vochtige binnenmuren zou kunnen hebben, worden er in de spouw openingen voorzien bovenaan en onderaan (roosters of open stootvoegen) zodat de lucht in de spouw goed kan circuleren en ventileren. Het spreekt voor zich dat deze openingen dan weer de isolerende kwaliteit teniet doen, en je moet er dus ook niet te veel voorzien. De spouw mag ook niet te breed zijn en meestal volstaat een tussenruimte van 5 à 6 cm. Om de isolerende werking van de spouw nog te verbeteren wordt er meestal isolatie geplaatst.