De kleine lakenhalle van Tielt met het belfort werden na 1275 opgericht met de toestemming van de weduwe van Willem van Dampiere, Beatrix genaamd.
Doorheen de eeuwen werd echter het geheel regelmatig verwoest.
In zijn huidige vorm dateert het belfort vermoedelijk uit de 15e eeuw. De bekroning van de toren (o.a. met peerspits) dateert uit 1620. Op het einde van de 17e eeuw werd het hallengebouwtje rond de toren bijgebouwd.
In 1784 wilde men het belfort afbreken, omdat er dan een nieuw stadhuis was. Hevig protest van de bevolking wist dit te verhinderen. In 1882 werd de traptoren bijgebouwd.
Bij de bevrijding op 8 september 1944 werd het geheel zwaar beschadigd. Men moest tot 1959 wachten op de volledige restauratie.
De bakstenen muren zijn gesierd met verscheidene wapenschilden, waaronder dat van Tielt zelf.
Onder de hallen is een galerij met kruisribgewelven. Aan één kant eindigen de muren van het gebouwtje rond de belforttoren op trapgevels.
De beiaard, die in de toren huist, omvat 36 klokken. De 23 grootste werden in 1772-1773 gegoten. De kleinsten dateren uit 1959. Er is ook een brandklok.
Français English
|