Van de romaanse kerk, die hier ontstond rond het einde
van de 11e eeuw, zijn er geen duidelijke overblijfselen meer. De 13e eeuw was erg
desastreus, met vescheidene branden. In 1440 werd beslist om een volledig nieuwe kerk
te bouwen, in laatgotische stijl.
In het begin van de 16e eeuw waren schip en transept
voltooid. In 1623 werd dan het vroeggotische koor
vervangen door een Brabants gotisch exemplaar met
kooromgang en vijf straalkapellen. Kenmerkend voor de
Brabantse laatgotiek is het gebruik van kalkzandsteen, de
fantasierijke kruisrib- , net- en
stergewelven, en de hoge, brede spitsboogvensters.
Opmerkelijk aan deze kerk is, hoe de gotische bouwkunst doorleefde in een tijdperk
van renaissance en barok.
In 1566 onderbrak de beeldenstorm de bouw van de westertoren. Pas in
1658 werden deze werken hervat. Het nagotische ontwerp van Livinus
Cruyl uit voorzag een 134 meter hoge toren (die van de
Onze-Lieve-Vrouwekathedraal in Antwerpen is slechts 123 meter, die van
Sint-Baafs slechts 82 meter). Deze toren moest rijkelijk versierd
worden. Maar, om financiële redenen, werd deze erg ambitieuze toren nooit afgewerkt.
In 1909 werd de westkant gerestaureerd o.l.v. Modeste de Noyette.
Hij voegde ook de neobarokke sacristie toe.
Johan De Bock: 'De toren werd inderdaad niet afgewerkt omdat door de instorting
van de lakenhandel de bouwheren onvoldoene geld konden vinden. Maar ze wilden dit
niet toegeven en stelden dat de torenspits er niet op kon omdat de ondergrond
(drassige Leieoever) het extra gewicht niet zou kunnen dragen. Eigenaardig genoeg
geven recente studies hen gelijk : door het gewicht van een torenspits zouden de
(toch al zware) funderingen verder verzakken en de toren doen scheuren. En gezien men
geen tweede toren van Pisa wil...'
Lutgarde Deduytschaever: 'Het geheel binnen in de kerk straalt sfeer en rust uit, het
geeft een warm gevoel.'
Français English
|