Dit steen heeft nog een gekanteelde borstwering, en laat duidelijk de Doornikse kalksteen zien die typisch was voor de stenen gebouwen in dit deel van Vlaanderen in de periode waaruit het gebouw stamt. Wat u ziet is echter de vrucht van een renovatie in 1912. Voorheen waren de kantelen verdwenen, en was de gevel beplijsterd en wit geschilderd.

De spitsvormige tympaan boven de nu toegemetselde ingang bevat het familiewapen met drie sikkels, een verwijzing naar de familie vander Sickelen.

In het gevelwerk kan je boven de rechthoekige vensters de ontlastingbogen zien.

De gevel heeft horizontale lijsten.

De overwelfde kelder op romaanse zuilen is het enige resterende onderdeel uit de 13de eeuw.

Het gebouw is niet toegankelijk voor het publiek.

Johan De Bock: 'Het huidig uitzicht van dit steen is het resultaat van een restauratie in 1912. Daarvoor zag je hier een bepleisterde lijstgevel, waarvan het uitzicht behoorlijk afweek. Zo waren de vensters veel hoger, de rechtse deur (met rondboog en trap) was niet te zien, de kantelen zaten ingewerkt in de bepleistering (voor zover er kantelen waren, want in veel gevallen is dat een fantasietje van de restaurateurs...). Het gebouw maakte deel uit van een veel groter geheel, nl. het domein van de familie Van der Sickele. Ingevolge erfenis werd dit domein verdeeld in 3 stukken, die nog steeds bestaan: dit gebouw, de ernaast liggende 'Grote Sikkel'(van elkaar gescheiden door de Biezekapelstraat) en de 'Achtersikkel' (in de Biezekapel, achterzijde van de Grote Sikkel). De huizen dateren van de 14e eeuw, of misschien zelfs vroeger: sporen in de stadsdocumenten: aankoop van de familei Rijm in 1362, vanaf 1399 is er sprake van de twee huizen (Grote en Kleine Sikkel).'

Sandra Pauwels: 'In 2011 heb ik een thesis geschreven over dit prachtige pand: Een blik achter de gevel van de Nederpolder 2 (de Kleine Sikkel): huizenonderzoek in Gent met de nadruk op de Middeleeuwen. (zie website UGent) U kan meer terugvinden mijn zoektocht naar de oudste gekende eigenaar Jan van de Putte (1369, p.53-54). '