De kern van dit stadhuis gaat zeker terug tot 1418 (hoewel er tijdens een recente renovatie oudere resten van een bakstenen gebouw uit de 13e eeuw werden teruggevonden). Rond 1520 werd het geheel uitgebreid tot een laatgotisch geheel, hoewel je het ook als een overgangsvorm tussen de gotiek en de renaissance kan beschouwen.

Ondanks de arkeltorentjes, de hogels en kruisbloemen boven de vensters, de beeldnissen met de hoge baldakijnen en het dakruitertje, heeft het geheel een horizontalistische uitstraling.

De huidige toestand komt overeen met die uit de 16e eeuw. Dit is het resultaat van een renovatie olv. Luc Viérin in 1959-1962.

De 14 beeldnissen werden in 1961 gevuld met de beelden van de Graven van Vlaanderen.

In het interieur van de Schepenzaal is de houten zoldering opvallend. In deze zaal staat laatgotische schoorsteen, versierd met de wapens van Kortrijk, het Brugse Vrije, Brugge zelf en Ieper. Er is ook een muurschildering uit 1875 met historische taferelen. Tot 1787 heette deze zaal 'Vierschaar', en deed ze dienst als gerechtszaal.

De raadzaal op de eerste verdieping heeft een zandstenen schoorsteenmantel (van rond 1525) met allegorische figuren en centraal een beeld van keizer Karel.

Het stadhuis is horizontaal symetrisch en heeft een authentieke kelder met zeer moeie ornamenten. (met dank aan Riek Amenaars)

's Nachts wordt het stadhuis verlicht.