Deze villa werd in 1900 opgetrokken volgens de plannen van Semeij, in een stijl die vooral neogotiek en neorenaissence vermengt. Opvallend is de asymetrische bouw door twee verschillende bouwvolumes, met daartussen een traptoren.

De borstwering van de loggia, en de fries onder het driehoekig fronton, bevatten opschrifen. Het fronton zelf is met een schelp versierd. De boogvelden van de vensters op de eerste verdieping bevatten bustes die Jan, Hubert en Margaretha Van Eyck voorstellen. Om de schilders nog meer in het zonnetje te zetten, werd boven de voordeur het wapenschild van hun gilde, de Sint-Lucasgilde, aangebracht.

Johan De Bock: 'Hier worden de drie Van Eycks gehuldigd, inclusief de zuster (die naar verluidt eigenlijk het merendeel van het schilderwerk van het Lam Gods zou gedaan hebben). Op het monument voor de gebroeders Van Eyck aan de St. Baafskathedraal schittert ze dan weer door haar afwezigheid. In de romantiek was er duidelijk geen plaats voor vrouwelijke helden...'

Français
English