Vroeger stond op deze plaats de Menenpoort, een stadspoort die deel uitmaakte van de Middeleeuwse stadsomwalling, en de enige oostelijke toegang tot de stad was.

In de periode 1923-1927 werd hier door de zorg van de 'Imperial War Graves Commission' een enorm neobarok monument voor oorlogsslachtoffers opgericht, met architect Leonard Blomfield. Dit grafmonument is een eerbetoon aan de gesneuvelde en gewonde Britse soldaten van de eerste wereldoorlog die vielen in en rond Ieper. Volgens Bertin Quaghebeur zijn het de namen van de Britse soldaten en officieren die vermist werden tussen het begin van de oorlog en 15 augustus 1917. Diegenen die later vermist werden, worden herdacht op Tyne Cot Cemetery Passendale.

Op de wanden zijn 1166 panelen aangebracht in witte steen, waarop de namen gebeiteld zijn van maar liefst 54.896 Britse soldaten en officieren, wiens graven nooit gevonden werd. Sinds 1 mei 1929 wordt hier elke avond de 'Last Post' geblazen. Hoewel dit Engelse muziek is, is dit eerbetoon een belgisch initiatief en een belgische organisatie. Deze sproot voort uit de ontroering die de politiecommissaris voelde toen de 'Last Post' werd gespeeld bij de inhuldiging van dit monument.

Français
English