Deze site werd opgericht op een vroeger oefenveld van het leger, ter gelegenheid van 50 jaar Belgische onafhankelijkheid, in opdracht van Koning Leopold II. Dit wil echter niet zeggen dat in 1880 alles klaar was (Belgische onafhankelijkheid dateert van 1830).
De bouwwerken begonnen in 1875 met architect Bordiau. De eerste plannen waren niet zo indrukwekkend: er kwam een groene ruimte met een Franse tuin en enkele tentoonstellingsruimten. Het overweldigende succes van 1880 inspireerde echter tot meer.
De naam 'Jubelpark' en 'Jubelpaleizen' ontstond in 1888, ter gelegenheid van de Internationale Wedstrijd voor Wetenschappen en Nijverheid.
In 1890 begon men dan met de bouw van een ééndelige triomfboog. Deze plannen werden echter door het overlijden van Bordiau en door financiële problemen getorpedeerd. De Wereldtentoonstelling van 1897 moest het dan maar met een voorlopige constructie stellen.
De Parijse architect Girault volgde Bordiau op. Hij hertekende de plannen en bouwde de driedelige triomfboog zoals we die nu kennen. Ter gelegenheid van het 75 jarig bestaan van België werd de triomfboog in 1905 ingehuldigd door koning Leopold II.
Met het oog op de Wereldtentoonstelling van 1910 werd het geheel voltooid in zijn huidige vorm: twee vleugels bestaande uit grote zalen, verbonden door een halfcirkelvormige zuilengalerij, met in het centrum de triomfboog. De bronzen zegewagen die het geheel bekroont is het werk van Thomas Vinçotte. Aan beide zijden van de triomfboog staan grote beelden, die de provincies verbeelden. Oost- en West-Vlaanderen werden door Jef Lambeaux uitgebeeld.
In de tweede helft van de jaren 1950 volgde nog één ingreep: een brand (vermoedelijk in 1946) verwoestte het gedeelte aan de Nerviërslaan. Een nieuwe tentoonstellingsruimte werd opgetrokken. Deze verschilt echter van de oorspronkelijke ruimte, waardoor de symmetrie verloren ging.
In het gebouwencomplex zijn verschillende musea gevestigd.
Prof. Dr. Nico F. Declercq: 'Een van de mensen die hebben meegebouwd aan de triomfboog was mijn betovergrootvader Theofiel Verhaeghe. Hij was geen architect of ingenieur, maar was 'meestergast' (een term die men gebruikt bij metselaars) en was dus een goed gekwalificeerde metselaar. In zijn stad (Harelbeke) en naburige dorpen (zoals Deerlijk, waar ik later ben opgegroeid) tekende hij echter de plannen voor vele huizen en leidde hij de bouwwerf. Wij hadden toen ook familie wonen in Brussel (contact verloren). Ik heb zijn dochter nog gekend (geboren in 1898, ze was mijn overgrootmoeder). Het is door zijn legendarische bestaan dat ik me destijds heb geinteresseerd in constructies zoals Chichen Itza of Epidaurus. Mr Verhaeghe heeft dus, zonder dat hij het ooit zou weten, mij geinspireerd om de akoestiek van beide bouwwerken te ontraadselen...
'
dieter caesteker: 'machtig museum daar mooie collectie en de park er rond zalig'
Français English
|