Deze typische Barokke kerk werd door
de Jezuïeten gebouwd tussen 1615 en 1621 door een team
geleid door Francois Aguillon en broeder Peter Huyssens. Ze werd gebouwd tijdens de
contrareformatie, met als doel door haar pracht en praal het geloof van het volk
terug te versterken.
Rubens leverde een belangrijke bijdrage aan de decoratie
van
de voorgevel, het pinakel van de
toren en het interieur. De gevel bevat een mooi
barokportaal.
In de gevel herkennen wij de drie belangrijkste klassieke
zuilorden: Dorisch (gelijkvloers),
Ionisch (eerste verdieping) en
Corinthisch
(tweede verdieping). De zuilen staan steeds gecombineerd met
pilasters van dezelfde orde.
Helaas gingen 39 prachtige plafondschilderingen en het meeste
marmer van ondermeer hetschip
verloren
tijdens een brand in 1718. De apsis van het
hoofdaltaar en de Maria kapel werden gespaard,
en
zijn stille getuigen van de pracht en praal van dit bouwwerk. De
concha van de hoofdapsis werd mooi versierd met
stucwerk en afgeboord met een
gordelboog
voorzien van cassetten. De twee
zijbeuken
werden voorzien van een gaanderij op de eerste verdieping.
Het huidige interieur, de preekstoel en de omlijsting van
het
Forceville orgel zijn van de hand van Jan
Peter van Baurscheit de Oudere. Verder zijn er
houtsculpturen
van o.a. Michiel van der Voort, Andries de Nole. Vooral
de
biechtstoelen werden opvallend versierd met
beeldhouwwerk.
Er hangt één schilderij boven het altaar, maar dit is niet
steeds hetzelfde. Het originele mechanisme om de schilderijen te verwisselen werkt
nog.
Jozef Stessels: 'Op zondag 30 augustus 2009 is er brand ontstaan in de kerk.Geluk
bij
ongeluk is de schade beperkt. De voornaamste kunstwerken werden niet getroffen
waaronder
de Rubenskapel. Door het snelle ingrijpen van de brandweer is de kerk aan een grote
ramp
ontsnapt.'
jacques vercamer: '4 apostelen en twee engelen op fronton opnieuw gemaakt door
jozef druart uit kortrijk'
Frits Schetsken: 'Maak dat mee: een gevel en een interieur vol beelden, maar de
patroonheilige zal je vergeefs zoeken! Hoe komt dat, in godsnaam? Wanneer de
jezuïeten in
1615 aan hun kloosterkerk beginnen te bouwen, voelen ze helemaal geen band met die
pas
vijf jaar eerder heilig verklaarde neef van paus Pius IV, die Carlo Borromeo.
Integendeel,
ze willen hun kerk het liefst naar hun stichter Ignatius van Loyola noemen, maar
daarbij
doet zich het kleine probleempje voor dat die nog niet bevorderd is tot de stand der
heiligen, dus dat kan niet doorgaan. Dan maar Onze-Lieve-Vrouw uitgekozen als
beschermster, want zij is een speerpunt in de strijd tegen de hervormingen van
sujetten
als ene Maarten Luther en die Franse Zwitser Jean Calvin of nog die heer Zwigli. Ja,
de
jezuïeten hebben het druk in die dagen als stoottroepen van de reformatie, die de
afvalligen weer terug naar de ware Kerk moet leiden.
Vandaar dat deze kerk haar roem start als Onze-Lieve-Vrouwekerk, wat je bij
uitvergroting van de hoofdfoto goed kan zien, helemaal in de top van de
frontondriehoek
prijkt de H. Maagd met Kind. Maar pal daaronder wacht reeds Ignatius met zijn
borstbeeld,
die amper een jaar na de voltooiing van dit bouwwerk in 1621 zelf heilig wordt
verklaard -
in 1622 dus. Dan hebben de jezuïeten geen vrouwen meer van doen en wordt het een
Ignatiuskerk.
Maar wie lacht het laatst? De hele jezuïetenorde wordt in 1773 gewoon opgedoekt
door
paus Clemens XIV op dringend verzoek van enige Europese vorsten. De kerk maakt dan
wat
onzekere tijden door, zoals de opstandjes tegen het Oostenrijkse regiem van keizer
Jozef
II en meer nog de Franse Revolutie, die een zekere voorkeur heeft voor jezuïetenbarok
om
daar Tempels van Rede van te maken. Maar nadat Napoleon Bonaparte een concordaat
heeft
afgesloten met weer een nieuwe paus, mag de kerk in 1803 opnieuw open. Nu echter niet
langer als kloosterkerk, maar als parochiekerk en onder de nieuwe naam Sint-Carolus
Borromeus.
Waarom juist die naam? Wel, Carlo heeft tijdens het Concilie van Trente enige
ideeën
over nieuwe en andere kerkenbouw op papier gezet, waar vooral de jezuïetenkerken
mooie
voorbeelden van zijn. Borromeo wilde het volk wat nauwer betrekken bij de
misvieringen en
dus moesten die mensen niet weggekropen zitten in dwarsschepen waar ze de priesters
nauwelijks konden zien. Je zal dus in deze kerk dan ook geen transept aantreffen.
Integendeel, galerijen boven de zijbeuken geven juist een beter zicht op het hele
gebeuren, waarbij ook het altaar een stuk dichter bij de kerkganger komt. Het
vroegere
doksaal tussen altaar en kerkschip - zo'n hoge galerij van steen met doorgaans drie
openingen, zoals je die nog aantreft in de Lierse Sint-Gummaruskerk of de kathedraal
van
Doornik - wordt uit de weg geruimd en komt nu boven de hoofdingang, zodat daar het
orgel
een plaats op kan vinden, dat voorheen op zo'n doksaal stond. En er komen nu ook
preekstoelen midden in de kerk, dus echt tussen de mensen in.
Hier zie je op foto 2 van rij 3 zo'n indrukwekkende preekstoel, uit het goede hout
gesneden door Jan Pieter van Baurscheit senior, dus de vader van de architect die
Antwerpen heeft verrijkt met stadpaleizen als het Osterriethuis en wat vandaag als
Paleis
op de Meir toegankelijk is voor chocoladeverslaafden. Die preekstoel heeft als thema
'De
Heilige Kerk triomferend over de ketterij'. De pausen mogen nog zo hun best doen, de
Kerk
wordt steeds voorgesteld als vrouw, zoals je hier zit. Zij wijst naar beneden, waar
net
buiten beeld een serpent de laatste adem uitblaast, nog wat getreiterd door een
peuterengeltje. De fotograaf vond dat te gortig en heeft het dus buiten beeld
gehouden. Op
de kuip en boven op het klankbord zijn twaalf scènes uitgebeeld uit het leven van
Maria.
Vanaf deze preekstoel werd de gelovigen ingepeperd dat ze maar eens goed moesten
nadenken
over hun plaats in de wereld en vooral mochten inzien dat ze zondige wezens waren,
wie het
goed zou staan als ze wat boete deden. Hier niet, maar bij veel barokke kerken zoals
de
Sint-Pieterskerk in Gent, is er een koepel, een bouwelement dat deze inkeer
weergeeft,
want als je dan je gedachten naar omhoog richt, kaatsen ze terug op jezelf via die
koepelholte. In de barok blijft dus niets over van dat heerlijke 'Sammy kijk omhoog'-
gevoel uit de gotiek, waar kerken hemelhoog oprijzen.
Op de voorgevel van deze kerk zie je ook dat fraai uitgewerkte lettertrio IHS. Het
logo
der jezuïeten, te lezen als een afkorting van Iesus Hominum Salvator (Jezus de
Verlosser
der Mensheid), maar ook als In Hoc Signo (In Dit Teken), het teken van de jezuïeten
als
bestrijders van de afvalligen. Naar verluidt heeft Pieter Paul Rubens het ontwerpje
gemaakt voor dit blazoen op deze kerk.
De beelden links en rechts op diezelfde gevel stellen vier evangelisten en twee
apostelen voor: bovenaan links speurt Johannes met arendsogen naar de apocalyps,
rechts
weet Lucas het stomste rund te overtuigen, daaronder links Marcus met zijn
correctorengel
bij zich en rechts Matteus, de leeuw die brult. En helemaal onderaan - foto 2 van rij
5 -
staan links Petrus en rechts Paulus je binnen te nodigen. Want vooral dat laatste is
de
bedoeling van deze lokkende façade: veel volk nieuwsgierig maken wat zich erachter
afspeelt en ze zo terugkrijgen in de kerk. De evangelisten en beide apostelen waren
oorspronkelijk werk van de beeldhouwersfamilie de Nole, maar tijdens de Franse tijd
zijn
die allemaal neergehaald, want niet geschikt voor een Tempel van Rede. In 1820 zijn
de
evangelisten vervangen door J.B. van Hool en in 1868 beide apostelen blijkbaar door
de
beeldhouwer die onderaan de teksten bij deze foto's wordt vermeld door een andere
lezer.
Binnen is op foto 5 van rij 3 het schilderij 'Onze-Lieve-Vrouw van de Carmel' te
zien
in het mechanisme waarmee diverse doeken afwisselend worden getoond door ze vanuit
een
opening in de vloer op te halen. Oorspronkelijk bestond de reeks uit vier 16de-eeuwse
werken: 'De kroning van Maria' van Cornelis Schut, 'De Kruisoprichting' van Gerard
Zegers,
'De mirakelen van de Heilige Ignatius Loyola' en 'De mirakelen van de Heilige
Franciscus
Xaverius', allebei van Pieter Paul Rubens. Maar de beide Rubensen zijn na de
opheffing van
de jezuïetenorde door keizerin Maria Theresia naar Wenen gehaald, waar ze tot vandaag
te
zien zijn in het Kunsthistorisches Museum. Het op de foto getoonde schilderij is een
18de-
eeuws werkstuk van Gustaaf Wappers en is dus pas later toegevoegd. Boven dit
schilderij
zie je in het wandvullende altaar nog Onze-Lieve-Vrouw staan, gemaakt door H. van
Mildert.
Het koperen tabernakel op dit altaar is van de Antwerpse kunstsmid Lodewijk Van
Ryswyck,
van wie je misschien al het enorme Mariabeeld op de toren van de Onze-Lieve-
Vrouwekerk in
Sint-Niklaas hebt gezien.
Van de reeks zijkapellen in deze kerk is de mooiste de zogenaamde Houtappelkapel,
officieel Kapel van Onze-Lieve-Vrouw geheten. Godefridus Houtappel, heer van Ranst,
was de
gulle schenker en ligt hier dan ook onder de vloer begraven. Het bijzondere van deze
kapel
is dat de prachtige marmerbekleding bij de brand van 1718 gespaard is gebleven.
Sta je voor deze kerk, dan vermoed je niet eens dat hij ook nog een toren heeft.
Bij
dit type jezuïetenkerken staat de toren namelijk helemaal achter de kerk, zodat je
hier al
moet omlopen naar de Sint-Katelijnevest om er een goed zicht op te krijgen. Foto 1
van rij
4 geeft je wel een indruk van het bovenste deel van deze 58 meter hoge toren, met
zijn
Venetiaanse ramen. Zo wordt de combinatie van één grote boog geflankeerd door twee
kleinere namelijk genoemd. In de Sint-Katelijnevest zie je ook nog een kruisbeeld met
twee
engelen, dat tegen deze toren hangt. Wil je een goed zicht op kerk én toren krijgen
zonder
een cursus parachutespringen te moeten volgen, dan kan je proberen de binnenplaats
van de
Thomas More Hogeschool via de ingang aan de Korte Nieuwstraat te bereiken. Wie wil
ontdekken, moet er wat voor over hebben ...'
Joost van der Voort: 'In deze prachtige kerk vind u beeldhouwer van
Michiel van der Voort-de Oude.
Uit onderzoek blijkt dat na de brand e.e.a. verplaatst is, en er nu nog twee
biechtstoelen van Michiel te vinden zijn aan de noordzijde van de kerk, evenals alle
medaillons van het leven van Franciscus van Xaverius. Zeer de moeite van het
bezien. Ook boven op de galerij aan de wanden vinden we medaillons van Michiel
van der Voort- de Oude, in samenwerking met Bauerscheid -de Oude, de werken
van Barmhartigheid. De biechtstoelen staan links en rechts van de Sint-
Ignatiuskapel, waar ook het beeld staat van De Heilige Johannes Nepomucenus
gemaakt door delfde beeldhouwer' Martine Cools: Mooiste kerk van België gezelligste pleintje van Antwerpen'
Français English
|